Mei 1950: aankoop door Emile De Schepper

Een brief afkomstig uit Libourne daterend van 26 april 1950 die Emile De Schepper naar zijn vrouw in Gent had verstuurd, vertelt ons dat een domein met de naam château Tour Baladoz de volgende dag van eigenaar zou wisselen. Het domein in Saint-Laurent-des-Combes omvatte een herenhuis, een vatenruimte, enkele steengroeves en 5.56 hectare wijnstokken.

De naam “Valados” verscheen voor het eerst in “Le Producteur” in 1841 en werd vermeld in de eerste editie van “Cocks & Feret” (Bordeaux en zijn wijnen) in 1850 onder de naam Baladoz. De naam veranderde uiteraard naar château La Tour Baladoz nadat er een toren werd bijgebouwd. Het domein werd oorspronkelijk vermeld in een categorie tussen de eerste en tweede cru van Saint-Emilion en later als een Grand Cru. In de tiende editie van Cocks & Feret wordt het kasteel als volgt omschreven:

“Château Tour Baladoz is opvallend goed gelegen op het hoogste punt in de regio en dit zorgt ervoor dat bezoekers van een fantastisch uitzicht kunnen genieten. Deze wijngaard is vijf hectare groot en de wijnstokken worden geplant op een bodem van klei en kalk, op een laag rotsachtige ondergrond en brengt druiven van een uitzonderlijke kwaliteit voort.”

Dit domein produceert een heel vrijgevige, aromatische, zachte en enorme delicate wijn voort die over alle eigenschappen van een Grote Premier Cru beschikt. De jaarlijkse productie ligt tussen de 18 000 en de 22 000 flessen.”

Van 1950 tot 1984

De nieuwe eigenaar hield zich in het eerste jaar bezig met renovaties uit te voeren en verbeteringen aan te brengen aan de wijngaard. Er werd ook een manager benoemd aangezien Emile De Schepper het domein maar drie of vier keer per jaar kon bezoeken. De wijn werd exclusief naar België geëxporteerd in houten vaten. Daar werd de wijn in Gent in de kelders van de eigenaar gebotteld, aangezien hij daar ook actief was in de wijnhandel.

Vanaf 1970 werd Emile tevens bijgestaan door zijn oudere zoon Firmin die geleidelijk aan het beheer van het domein overnam. Firmin besloot een strikt beleid inzake kwaliteit te voeren, wat de kwaliteit van de wijn enorm verhoogde.

Van 1984 tot vandaag

De familie De Schepper overwoog gedurende meerdere jaren om de wijngaard uit te breiden. In 1984 deed die gelegenheid zich voor en konden ze 3.74 hectare wijnstokken kopen van een domein met de naam “Roquettes Mondottes”. De percelen in kwestie lagen heel dicht bij Tour Baladoz dus leek het vrij logisch om ze over te kopen.

Het domein had vanaf dan een grootte van negen hectare wijnstokken. Na het overlijden van Firmin in 1987 was het zijn jongere broer Jacques die van de twee domeinen een enkele wijngaard maakte.

De vatenruimte van Tour Baladoz werd uitgebreid en er werden nieuwe inox tanks gebouwd. In 1992 werd tevens Jean Michel Garcion aangenomen voor het beheer van het kasteel en de zoektocht naar kwaliteit werd intenser.

In plaats van op hun lauweren te rusten, begon het nieuwe team, overtuigd van de kleurrijke toekomst van Tour Baladoz, met heel wat ambitieuze projecten in de wijngaard.

Elk detail was van groot belang: nadat werd onderzocht waarom de opbrengst zo laag lag, werd er prioriteit gegeven aan het plukken van druiven als ze op hun rijpst waren en ze dan zorgvuldig te sorteren voor ze in de kelder terecht kwamen.

De fermentatie in kleine vaten maakte het mogelijk om te achterhalen welke wijn van welke druivensoort en van welk perceel afkomstig was. De keuze van de eikenhouten vaten werd bepaald door de eigenschappen van elk vat. Woorden die tijdens dit proces telkens terug kwamen waren precisie en kwaliteit.

In 1999 werd een nieuwe kelder voor de opslag van eikenhouten vaten gebouwd omdat dit noodzakelijk werd geacht om grootse wijnen te produceren. Dit hield in dat er bijna een maand lang in massieve rotssteen werd gegraven maar het eindresultaat mocht er wezen.

De wijn werd vanaf dan gerijpt in de best mogelijke omstandigheden gedurende twaalf à achttien maanden (afhankelijk van de wijnoogst) vooraleer op het kasteel gebotteld te worden.

De lange geschiedenis van het domein, de kwaliteit van het terroir en de voorzichtigheid waarmee men te werk gaat bij elk deel van het productieproces – van de wijngaard tot de bottellijn – verzekeren de waarde en de reputatie van deze wijn.

Degenen die het geluk hebben gehad al langs de wandelpaden van de agglomeratie Saint-Emilion te wandelen hebben misschien, zonder het te beseffen op het land van Château Tour Baladoz gelopen. Als u graag een van de meest magische en diverse landschappen in het gebied wilt zien, bent u bij Château Tour Baladoz op de juiste plek.

Het domein heeft op bepaalde plekken een hoogte van negentig meter, wat bijna het hoogste punt van deze appellatie is. Verder is er ook nog het plateau dat ons domein domineert en waar de grond uit klei en kalksteen bestaat. Ten zuiden van het domein bevinden zich de grote Crus van Saint-Emilion waaronder château Pavie, château Bellefont Belcier, château Larcis Ducasse en uiteraard ook de vlakte van Dordogne. In het oosten bevinden zich château Tertre Roteboeuf, château Godeau en château La Croizille.
In het noorden kijkt het domein uit op château Barde- Haut en château Tour Saint-Christophe en in het westen grenst de wijngaard aan Troplong Mondot, la Mondotte, Bellisle Mondotte en Mondotte Bellisle.

Het valt niet te ontkennen dat we een van de grootste terroirs van kalksteen in de appellatie hebben met een laag grond met een dikte van dertig tot vijftig meter die boven het rotsgesteente van de rivier de Gironde ligt. De vraag is hoe een wijn te maken die al de mineraliteit bezit die ook in de vele geologische facetten vervat zit?

Alle wijnstokken worden aangeplant op het plateau dat op twee à drie niveaus steengroeven rust die soms meer dan 11 meter in de bodem teruggezonken zijn. Het komt wel vaker voor dat op acht of tien meter diepte, in het binnenste van de aarde, zelfs tot tussen de rotsstenen clusters van kiemen van wijnranken worden aangetroffen die de vochtigheid, die in de lucht aanwezig is, opvangen.

70 % van onze wijngaard is op het plateau gelegen en de overige 30 % sluit aan bij de helling van het dal. Daar ontdekken we, niet echt tot onze verrassing, dat ook daar onze wijnstokken over een grote rijkdom en territoriale verschillen beschikken.

Een bodem gaande van pure kalksteen tot mergel, die doet denken aan bepaalde terroirs in de Champagnestreek, tot zandhoudende krijtrots die terloops opduikt en opvalt door de kleurvariatie in de klei (rood, kleikalkachtige kleur en zelfs blauw, wat ons doet denken aan het terroir van Petrus).

Inderdaad, u hebt het goed begrepen, net als het hele groepje geologie-experten die zich over de zaak hebben gebogen, bent u getuige van een fabuleus potentieel.

De Merlot druif draagt een grote voorkeur voor dit soort bodem en de druif beslaat dan ook 70% van onze wijngaard maar we hebben niettemin ook de Cabernet Franc (20%) en de Cabernet Sauvignon (10%) aangeplant om te samenstelling van onze wijnen te vervolledigen. Het is ondertussen al vele jaren na elkaar bevestigd dat bovenstaande hoeveelheden zich ongelooflijk goed aan dit type van terroir aanpassen.

Gedurende de hele groeiperiode, en zelfs daarvoor, tijdens de winterperiode stellen we alles in het werk (dubbel Guyot systeem, uitdunnen, ontscheuten, groene oogst, tweemaal ontbladeren) om uiteindelijk in onze wijnkelder de meest gezonde en rijpe druiven te krijgen.

Het is logisch dat doordat de druiven tot twee maal toe gesorteerd worden, we bij elke oogst een wijn van uitstekende kwaliteit kunnen voortbrengen.

Daarna begint het proces van de vinificatie en de opvoeding. Bij het begin van de inkuiping wordt de wijn meerdere malen opgepompt om de kleurextracten te versterken en de temperatuur wordt ondertussen laag gehouden om de delicate fruitaroma’s te behouden. Het gebeurt wel eens dat na 24 tot 36 uur de druivenmost al zijn uiteindelijke kleur heeft bekomen. De alcohol fermentatie aan het begin van het proces is traag maar regelmatig en de suikers worden omgezet in alcohol.

Wij maken gebruik van deze fase in het vinificatieproces om de draf van de druiven voldoende te overgieten, soms tot vier maal per dag en volgen op die manier de wezenlijke kwaliteit van elke wijn en elke jaargang op.

Op die manier wordt de wijn ook voorzien van de zuurstof nodig voor een goede ontwikkeling van de gist en ook om een gunstig effect te hebben op de stabilisatie van de tannine.

De maceratie duurt drie à vijf weken. We laten de wijn vervolgens afvloeien, de draf wordt geperst en de perswijn wordt, naargelang de kwaliteit samengevoegd of apart gehouden voor een aangepaste behandeling.

De malolactische gisting vindt plaats in vaten waarbij de temperaturen gecontroleerd worden en het overgieten in vaten vindt onmiddellijk plaats na het afhevelen dat twee maal gebeurd en het onmisbare toevoegen van sulfiet.

Daarna blijft alles gedurende drie à vier maanden in vaten waarna we overgaan tot overheveling in eikenhouten vaten waarvan 70 % elk jaar vernieuwd wordt en de overige 30 % maar één wijn gebruikt is. De wijn rijpt vervolgens gedurende elf à vijftien maanden naargelang de jaargang. Daarna gaan we over tot de definitieve assemblages.

Bezoeken

Meer informatie

Ga naar De Mour website.
Bezoeken